donderdag 12 januari 2017

Van niets naar veel en steeds meer

Toen wij hier aankwamen was er niets. Wat bakstenen en een rot dak. Geen gat in de grond dat misschien ooit voor water closet had kunnen doorgaan te bespeuren. Niets is niet veel.

Vandaag kunnen we spreken van veel. Een netwerk van rioleringsbuizen, waterleidingen en elektriciteitsdraden doorklieft onze ondergrond, van het huis naar de nog te verbouwen stal, naar daar waar de tipi opnieuw zal rijzen in de lente. 

Er is een omheining en er zijn poorten. Daarover had ik het nog niet eens; hoewel die door mijn niet te stoppen werkman al meteen bij aankomst - in samenwerking met de 25 jaar ouwe trouwe Mercedes voor het betere aanspanwerk - werden gezet.

Ik vergat ook nog te zeggen dat we een rij van 120 ligusters plantten tegen de straatkant, de toekomstige haag. Die babyhaag moest al gewaterd worden toen er hier nog niks stroomde. Een workout was dat, met vijf-literflessen die gevuld moesten worden aan de overkant van de straat bij het publieke waterkraantje. Met 10 tegelijk de kruiwagen in en rijtje af. Toen er water was (ongeveer in mei) werd dat fitnessabonnement opgezegd en kon er een buis met gaatjes in aan de kraan worden bevestigd. Dat werkt, ik had dat ook nooit gedacht.

En de ligusters dan!  Achteraan, een rij van 15 die eerst van het water uit de put en daarna uit ‘de spriet’ konden drinken. In April was dat een 15 cm hoog eenzaam plantje, in juli al een bescheiden, weelderig bosje groen met roze bloemen. 



Ik vergat nog zoveel te vertellen. Er staat ondertussen nóg een haag van Melaleucas, een mooi plantje dat een natuurlijke omheining wordt om onze tuin te scheiden van het vakantiegedeelte.

We hebben onze eerste boom geplant, een amandelboom. In Maart volgt de rest. Appelsien, mandarijn, citroen, limoen, avocado, walnoot, vijg...Voor alles een boompje. Een bomenfeest. Misschien nog wel een jaar of 1, 2, 3 wachten voor er iets uit valt. Wie kent er veel van bomen? Ik niet. Nog niet.

Ondertussen wonen we niet meer in de tipi, dat werd te koud. Ja, het kan hier ’s ochtends en ’s avonds heel koud zijn.  In een land zonder verwarming des te kouder. Rond de kachel gaan zitten is heel gezellig, maar voorlopig nog geen badkamers gezien met kachel dus brrrrr….als je ’s nachts naar het toilet moet. We wonen nu even letterlijk 20 meter verderop in een klein roos huisje met de mooiste kakofonie aan vloeren. 








De Portugese mens doet sinds de uitvinding van schoorstenen ‘vuurke stook’ op de grond van de schouw en kruipt er dan onder, onder die schouw. Wij hebben zo’n schouw in het roze huis, bij ons staat er een kachel in. Tegenwoordig is het ‘vuurke stook’ enkel nog aan de oudere Portugees besteed. 



In de schouw in ons huis onder constructie komt een bad te staan. Dat bad in die schouw in ons steeds meer ‘affe’ huis zal in de badkamer staan die nu volop in opbouw is. In het huis werden alle muren weggekapt behalve die van de stal (nu kinderkamer) en onze kamer. 




En in de overgebleven grote ruimte werd in het midden tegen de muur aan de voorkant (waar die schouw dus staat, onderste foto rechts) een kubus gemetst waarin onze badkamer zal huizen.

We zijn alweer een pak verder dan de foto's hierboven aantonen. Deze maand wordt de badkamer helemaal afgewerkt, ik blog veel trager dan er wordt doorgewerkt. Er is ondertussen ook een reuzekachel gearriveerd die aangesloten is op een netwerk van buizen dat de slaapkamers en de badkamer mee zal verwarmen. Met dat fantastisch geïsoleerde dak van ons en die lemen muren van 60 cm zullen een paar houtblokken al snel een heerlijke warmte verspreiden die inclusief onze billen bij nachte zal strelen.

Dit gezegd zijnde - ik kan nog even doorgaan maar de lengte van de leesbaarheid is genaderd - herinner ik me ook nog dat ik het nog niet had over die kiezelweg voor ons huis en het houtkot dat mijn verbouwingstarzan tussendoor even voor rekening nam. En ik help hem met mijn 2 linkerhanden waar ik kan, die handen van mij…daar kom ik later dan wel weer eens op terug.


Tchuss, van in de bergen dicht bij zee in de winterzon ver weg van frieten met stoofvleessaus )-:







woensdag 19 oktober 2016

Het dak waarvoor het woord dak is uitgevonden




Hét dak van de wereld ligt in Santa Margarida da Serra. Iedereen die zijn eigen dak legt - elke balk en klikplaat ervan heeft behandeld en geverfd, elke isolatieplaat in zijn handen heeft gehad, elke panlat op maat heeft gesneden en elke dakpan van beneden heeft toegeworpen gekregen – mag die pretentie aan de dag leggen. Of tenminste in zijn eigen wereld vinden dat zijn dak het enige dak is dat het verdient dak genoemd te worden.





Dé dakwerker van de eeuw


Honderd jaar geleden bestond het woord isolatie nog niet in deze contreien. Wie de slaap toen niet kon vatten telde in plaats van schapen dakpannen. Het huisdeksel dat ons Portugees huis sierde, moest bijgevolg verwijderd worden. Dat duurde, met twee Portugese werkmannen, twee dagen.


 


Voor het nieuwe dak lieten we ons bijstaan door het vakmanschap van Schreiner Stefan, master carpenter aus Deutschland, die hier al 13 jaar massief houten daken op Portugese huizen knalt. Hij woont trouwens ook hier in Santa Margarida. De deal was dat hij het materiaal leverde, zou komen helpen met het plaatsen van het geraamte en verdere instructies gaf along the way. Mijn vriend zou dan met ingehuurd werkvolk (of vrienden op bezoek) de rest doen. Ganz Klar!

Ergens in Juli begonnen we te verven, ikzelf tussen het moederen door incluis. Blij dat ik ook eens iets mocht doen en dankbaar bijgestaan door Arne, Lynn en Zed die bij ons kampeerden en voor en na het surfen wat til – en verfwerk voor rekening namen. Mijn persoonlijke werkman Swa ondertussen volop aan de gang met het verstevigen en effen maken van de muren waar weldra een houtstructuur op zou komen te prijken om U tegen te zeggen.







Toen alle grote balken geverfd waren stonden Stefan met zijn vrouw Peggy en Franky de - eveneens Duitse - lasser uit het dorp klaar om samen met Swa en al het mannelijk bezoek van dat moment (Arne, Zed, Wannes op doortocht) van die balken een dakstructuur te maken. Die loodzware massieve balken zouden dat bezoek wel even onder handen nemen, ons dak kraakt nog zachtjes ‘danke schön’ voor al die spierkracht.







De enige die dit dak zijn beste vriend mag noemen is mijn beste vriend en werkman Swa. Nadat iedereen verder reisde begon hij wederom met Charlie, onze Braziliaanse werkman, cement en stenen naar boven te dragen om het dak met de muur dicht te metsen. Ondertussen, nog steeds meer dan 40 graden, begon ik tijdens de dutjes van de baby met het verven van de klikplankjes. Ik geloof zo’n stuk of 300.




Ik kan hier niet naar de volgende alinea dansen alsof ik dat klusje wel even geklaard heb. Klikplanken verven en ik, dat ging volgens mijn omgeving niet goed samen. Te traag. Ikzelf noem het liever ‘te secuur’, en was vooral uit op het uitblijven van psychoses in ons verdere leven veroorzaakt door opgedroogde druppels, vegen en slecht geverfde stukken klikplank. Maar, zo verzekerde de timmerman, een beetje diversiteit van verfwijze gaat het ikea-effect net tegen, verven maar! En dus werden mijn vriend en zijn zus erop losgelaten en dat ging vooruit. Ik sluit mijn ogen.  

Hoewel dat laatste moeilijk wordt aangezien we er effectief onder zullen leven. En dit mede dankzij de eerste dagen van verlof die onze volgende kampeervriend Tim opofferde aan het dak van de wereld. Tim en vrouw en 2 dochters van 5 en 6 streken neer. Ik blij, dochter van 4 blij, werkman blij! Tim het dak op.
Wij dansten letterlijk op het dak nadat dit supergezin een week was neergestreken. Zo goed als alle klikplanken lagen erop. Klikplanken en Tim, dat ging goed samen.






Supergezin nam afscheid en mijn persoonlijke dakwerker maakte alles helemaal dicht en begon aan de isolatie. We kozen voor ecologische isolatie met houtvezel omdat al dat hout geen chemische muts verdient. Dat zou zo ongeveer hetzelfde zijn als suiker in je zelf geperste smoothie doen. Op twee lagen houtvezel werden zowel verticaal als horizontaal panlatten bevestigd, zodat het water nergens kan ophopen.  En daarna de dakpannen.  Die Paulo, een plaatselijke boerenzoon, van beneden naar Swa gooide, van zo’n 7 meter afstand. En Charlie vervolgens op zijn plaats legde. Ik heb dit tafereel jammer genoeg niet life mogen aanschouwen en er dus ook geen foto’s van genomen, maar het tart wel de verbeelding. En er sneuvelde niet 1 dakpan, ode aan het dakpannentrio. 







Tussen houtwerk en dak werd een ‘pente anti-passaro’ geplaatst (anti-vogel kam) omdat de vogeltjes dol zijn op zo’n ecologisch dak, maar wij niet op de nestjes van die vogeltjes.

Dakgoten zijn wij niet vergeten en ons dak komt langs alle kanten minstens 30 cm van de muur zodat het water er niet tegen kletst. Portugese daken komen praktisch gelijk met de muur en dakgoten gebruiken ze zelden. Maar de Portugese zon compenseert geenszins haar lands soms eindeloze drasj buien en vochtproblemen bijgevolg. Dat deel integreren we dus niet mee.



Op termijn kiezen we voor de hele bekleding van ons huis (dak, muren, vloer, verf,…) voor ecologische materialen omdat dit heel erg de lucht bepaalt waarin je leeft. En we ademen buiten als zo vers, dus binnen mag ook.

Het dak staat er dus op. Al een tijdje trouwens, maar uw blogger kwam maar niet tot het bloggen van de gebeurtenissen. Er rest mij nog te vertellen over de aanmaak van de stoep rond het huis, de 60 cm dikke lemen muren die er werden uitgeklopt, de aanleg van elektriciteit en water in het huis, het metsen van de badkamer met oude schouw waarin het bad zal geplaatst worden. En er rest mij vanaf heden het relaas van mijn eigen inbreng in ‘den bouw’ daar mijn baby nu naar de crèche gaat en geen enkel excuus nog zal gelden om niet zelf in de werkbroek te kruipen. Absolutely Fabulous!




dinsdag 19 juli 2016

Oh buitenkeuken, gij zijt zo schoon!

Omdat de zomers in Portugal altijd warm zijn en we begin juni toch echt wel in dat seizoen waren aanbeland, diende een verandering van habitat zich aan. De caravan moest ingeruild worden voor iets waar de wind kan doorwaaien en het geen 50 graden wordt overdag. Het vakantiehuis in spé waar de pré-badkamer gevestigd  is (lees hier) staat voor de rest vol met onze spullen dus daar blijven we af tot ons eigen huis klaar is. Ons huis heeft eerst een nieuw dak nodig dus daar konden we ook niet terecht. 

Het werd een buitenkeuken in wat later onze tuin zal zijn, haaks op het huis. 

Op 1,2,3 stond ze er niet, maar het scheelt niet veel. Terwijl wij (mijn baby en ik) overdag uit de caravan vluchtten en ons onder de boom placeerden,


werkte de man des huizes in sneltempo aan wat een plezierig afdak met pompbak is geworden. Met stromend water en koelkast! Dat water, daar heeft hij minstens een maand voor in grachten liggen ploeteren en de elektriciteit is voorlopig nog steeds van de buurman.


Hieronder het productieproces.










Het dak, 6 prachtige houten palen met schaduwdoek, ligt er mede dankzij onze vriend Jan die tussen het vakantie nemen door de warmste dag van zijn verlof zonder mopperen opofferde om zijn 2 handen uit te lenen.

De vloer is gemaakt van stenen die uit diezelfde grond komen waar nu waterleiding, elektriciteit en riolering liggen. De muren moeten nog wit gekalkt worden, maar verder is het precies wat het moet zijn. Schaduw, stromend water, een afvoer en een koelkast. Een tekenbank voor de dochter en Da Giovanni gordijntjes, volledig zonder naaimachine handgestikt en met een dikke stok erin genaaid om de wind te bestrijden...straks leer ik het nog echt!







Onder de boom hangt nu een hangmat, van waaruit de werkman zijn werk kan bewonderen en van tijd tot tijd ook eens mag uitrusten.



Het dak is nog steeds in volle opbouw, dat relaas is voor volgende keer.

Até logo!



donderdag 7 juli 2016

Een badkamer later...

Een update dient zich aan, dringend. Misschien schrijf ik makkelijker als het regent. Dat doet het vandaag nog eens een beetje, na 2 maanden zonovergoten blijdschap.

Die blijdschap heeft ook met de sanitaire voorzieningen te maken, die de hardwerkende man waar ik zoveel van hou met veel zweet, een beetje bloed en (voor zover ik weet) zonder tranen uit de grond heeft gestampt.

In de stallen die volgende zomer 'vakantiehuis' zullen heten staan een echt toilet en bad te pronken. Ze staan op de plaats waar vakantiegangers er later als vanzelfsprekend gebruik van zullen maken, in de badkamer in spé. Voor ons is het porselein dat met nooit zoveel overgave dienst deed en waar een emotionele waarde aan hangt die ons bijna deed overgaan tot het geven van namen aan deze 2 gebruiksvoorwerpen. Hieronder een foto van de geboorte.



Ondertussen is het hout met lijnzaadolie behandeld en staan er nog wat accessoires bij die alles nog wat gezelliger en ons nóg gelukkiger maken. Er staat ook een wasmachine die wacht op elektriciteit (van onszelf, niet van de buurman). Maar dit is nog altijd Portugal en ook al kunnen we Portugees en kennen we genoeg mensen, ook voor ons gaat het soms trager dan traag. Dus het elektriciteitsfeest dat we samen met de wasmachine zullen organiseren kent nog geen datum. Hoewel het officieel nog maximum 30 werkdagen zou mogen duren. Officieel...Ondertussen is de buurman nog steeds onze vriendelijke voorziener van stroom, de wasmachine op dat ene stopcontact aansluiten doen we dan maar niet.

Dit gezegd zijnde, deze wonderbaarlijke badkamer staat er al een paar weken. Ondertussen hebben we sinds een goeie week ook een buitenkeuken. De lofzang hierover steek ik later deze week af. De dakwerken van ons huis beginnen trouwens ook aan het einde van deze week. Er moeten kronieken geschreven en beeldmateriaal verzameld worden.

Dank aan de lezer!

Beijinhos



woensdag 11 mei 2016

Jumping up & down in muddy puddles

In Mei is het altijd mooi weer in Portugal. Zelfs in de paasvakantie is de kans bestaande dat je hier op vakantie bent en de zonnecrème mag bovenhalen.

Mei heeft wel eens een zomer onweertje, maar meer dan dat meestal niet. Behalve dit jaar. De eerst 14 dagen van deze maand heeft geen vogel zijn nest verlaten en heeft de slakkenpopulatie die al lang had moeten zijn uitgedroogd zich nog even snel kunnen vermenigvuldigen.

Het is uitzonderlijk, dat wel. Goed voor de olijvenoogst van het najaar (Hoera voor onze 5 olijfbomen!). Goed voor die ligusters en oleanders die we als omheining rond het stuk grond hebben geplant. Slecht voor het teveel aan gras dat weldra zal verschroeien als de zon terug is uit verlof en dus meer brandgevaar met zich meebrengt.

Mijn vriend, de werkman, schept zich een breuk om de grachten van waterleiding, riolering en electriciteitsleidingen dicht te krijgen. Iets dat 'makkelijker' gaat omdat het zand nat is (aka modder). Maar moeilijk omdat dat eenmanshandgeschep niet nodig zou zijn als de grond hier geen peppa pig playground was geworden. Dan was de graafmachine ook weer gewoon alles komen dichtgooien.

Als voormalige stadsmoeder vraagt het wat inventiviteit om dochter zonder modder op school te krijgen. Maar dat lukt.

Ik ben nog niet met maxi cosi en verzorgingstas onderuit gegaan op weg naar de auto (die door de werken even op straat staat). Waarvoor dankbaarheid.

Het klinkt allemaal helser dan het is, hoewel ik niet kan ontkennen dat een weersverandering welkom is. Maar het is wat het is.

We waren begin vorige week misschien iets té blij dat de gemeente zo snel ons water was komen aansluiten.  Water in overvloed nu.

In afwachting van (eigen) electriciteit en zon, groet ik u. Het zou voor vrijdag zijn. Laten we bidden.


donderdag 5 mei 2016

Hoe woon je in een tipi?

Ik voel me tegenwoordig ongelofelijk exotisch. De weinige auto's die hier voorbij rijden vertragen allemaal tot 30 km per uur om mij op natuurlijke wijze de afwas te zien doen of gracieus de pispot te zien legen. Om mijn vriend in zijn prachtige overall uit de Brico te bewonderen en mijn dochter achter de mini Lassie te zien hollen.

Dat ze vertragen - gevaarlijk lang met hun hoofden 90 tot 180 graden opzij draaien, soms met open mond en soms met een gil van verbazing (er zijn er al geweest die stopten om even wat foto's te nemen) - heeft dus te maken met die indianentent. Tegenwoordig heeft elke hippe kinderkamer er eentje om in weg te kruipen, maar deze is bewoonbaar.



Omdat we in maart in de tipi zijn gekropen en het dan nog wel koud kan zijn installeerden we een kachel in de tipi. Ongebruikelijk, maar mijn vriend (aka de man die alles kan) bedacht een tipi-proof systeem waardoor we veilig vuurtje stook kunnen doen. Dat maakt van ons eigenlijk snobs onder de tipi bewoners want de echten onder ons doen het met een kampvuur en op de grond. Wij met een oud eiken parketvloer op betonnen balken en die kachel.



Desalniettemin nog geen reden om de champagne boven te halen. Een kachel aansteken is een wetenschap waar je mee opgroeit oftewel voor in de leer moet. Ik dacht op een koude morgen er zelf eens aan te beginnen waarna heel de tipi (langs buiten) onder de as zat...ik bespaar u hier graag een verklaring omdat ik het er zelf nog altijd moeilijk mee heb. Lees hiervoor mijn blog 'kreatief met kachels', wellicht ergens volgende winter.

Maar het wordt wel lekker warm en het knettert heel gezellig. Geen gevaar voor CO2 vergiftiging, mama, want isolatie en spouwmuren heeft de de tipi niet. En als je je na wat aarzelen over de "we vliegen met z'n allen in de fik in onze slaap" gedachte hebt gezet...dan heb je je daar over gezet en doe je weer verder waar je mee bezig was. In een tipi wonen. No big deal eigenlijk. Je pakt er gewoon een paar dingen met de glimlach bij. De slakken die zichzelf binnenlaten (heel Portugal is deze tijd van het jaar 1 grote slakkenhappening). Die bronstige, krijsende kater midden in de nacht. De wind die de stokken van de tent tegen elkaar doet kletsen, zo hard dat Dorothy er bang van zou worden. Een onmogelijk lage ingang, welk opperhoofd heeft dat ooit zo beslist?

Maar het heeft dus wel iets. Want baby's slapen erin als bakstenen en grote mensen als baby's. Brandend hout heeft iets magisch. We leven in een rondje heel dicht bij elkaar en dochter van 4 rolt van haar bed elke nacht in ons bed als ze zich heeft blootgewoeld.

Het heeft veel. Alleen geen raam. Als we een zonsonder-of opgang willen zien zetten we ons in de caravan naast de tipi. Wij zijn moderne wigwammers. Een echte oerhollandse sleurhut is dat. Met koelkast en kookvuur op gas. Licht hebben we ook gewoon met aan-en uitknoppen omdat de buurman zo vriendelijk was ons te laten aftappen tot we zelf stroom hebben.

En als ik nu 20 meter de straat in loop ontvang ik de wifi van 't dorpscafé en kan ik deze blog posten.

Ugh, meer heb ik niet te zeggen.